Programma Water in Balans: verminderen van risico’s van wateroverlast bij Waterschap Limburg
- Locatie
- Limburg
- Opdrachtgever
- Waterschap Limburg
- Jaar
- 2022
Waterschap Limburg is voortdurend bezig hun watersystemen te verbeteren en klimaatadaptief te ontwikkelen. Het programma Water in Balans richt zich op het verminderen van risico’s van wateroverlast door extreme neerslag in Zuid-Limburg. Nelen & Schuurmans ondersteunt het waterschap hierbij. Met gedetailleerde berekeningen brengen we in kaart welke panden en gebieden risico lopen op wateroverlast. Door een uitgebreide watersysteemanalyse wordt zichtbaar precies hoeveel water van welke helling stroomt. Met het door ons ontwikkelde kaartmateriaal kan het waterschap samen met landeigenaren en andere belanghebbenden de juiste maatregelen op de juiste plek in het landschap bepalen.
De uitdaging
Om te toetsen of woningen en andere gebouwen risico lopen op wateroverlast, moeten we weten hoeveel water er op welke plek eindigt na een bui. Vervolgens is het essentieel goed te begrijpen waar dit water vandaan komt en hoeveel water er langs elke route stroomt. Stroomt het bijvoorbeeld vanuit de riolering weer het maaiveld op? Komt het vanaf de landbouwpercelen? Of komt het water juist uit de hoger liggende delen van het stroomgebied naar beneden gestroomd? Door het resultaat van deze analyses in heldere, eenvoudige kaarten weer te geven, kunnen alle stakeholders al vroeg in het proces meedenken over de beste toepassing van wateroverlastbeperkende maatregelen.
Een veelgebruikte oplossing van het waterschap om wateroverlast tegen te gaan is regenwaterbuffers. Dit zijn strategisch gekozen of gegraven laagtes in het landschap die worden afgesloten met een wal of muurtje. Bij hevige neerslag stroomt de regenwaterbuffer vol, om na afloop van de bui weer langzaam leeg te stromen. Hierdoor stroomt regenwater vertraagd en veilig af.
Voor het functioneren van de berging is het essentieel om de timing van het volstromen van de buffer te bepalen. Je wilt natuurlijk niet dat de buffer al vol staat, terwijl het heftigste gedeelte van de bui nog moet komen. Verschil in landgebruik zoals akker, grasland of bestrating, maar ook waterloopkundige kunstwerken zoals bruggen, duikers en geulen hebben allemaal effect op de afstroming. In modellen worden deze fysieke kenmerken geschematiseerd. Zo kan bepaald worden of de berging op het juiste moment in werking treedt.
Onze oplossing
Voor de watersysteemanalyse maken we gebruik van Dit is een state-of-the-art rekenmodel voor hydrodynamische simulaties dat door Nelen & Schuurmans wordt uitgegeven. Tijdens ons veldbezoek in Limburg hebben we kennis over het gebied opgedaan om zijn kenmerken zo realistisch mogelijk te schematiseren in het model. De modelsimulaties zijn in samenwerking met het waterschap gevalideerd. Met het gevalideerde model kunnen we snel en zeer nauwkeurig berekenen langs welke routes water stroomt tijdens een hoosbui en waar het terecht komt en overlast en schade kan veroorzaken.
Daarnaast geven de berekeningen inzicht in het verloop van de vulling en lediging van de regenwaterbuffers. Op elk moment door de tijd is het mogelijk om te zien wat de waterstanden in de regenwaterbuffers zijn. Hiermee onderzoeken we of de berging functioneel is, of de capaciteit van de waterberging volledig benut wordt en of deze capaciteit beter benut zou kunnen worden door de afsluiters op de juiste momenten geautomatiseerd verder open of dicht te draaien (dynamisch bufferen).
Tijdens de intensieve samenwerking met omgevingsmanagers en ontwerpers van maatregelen besteden we veel aandacht aan de visualisatie van het watersysteem. Zo geven we de waterdieptes, afstroomvolumes en kwetsbare panden weer op de kaart. Het kaartmateriaal wordt gebruikt tijdens bewonersbijeenkomsten om bewoners in te lichten over de uitdagingen en mogelijke werkzaamheden.
Het resultaat
Het resultaat van de verschillende studies levert het waterschap veel inzichten op: waar het water vandaan komt en welke gebieden kwetsbaar zijn en waar dus maatregelen nodig zijn. Deze resultaten worden weergegeven in kaarten met panden, afstroomrichtingen en waterdieptes. Vanuit het waterschap zijn er ook ruimtelijk ontwerpers betrokken, die de eisen omzetten in maatregelen die in de omgeving ingepast kunnen worden. Met het hydrodynamische model (3Di) worden deze maatregelen getoetst op de effectiviteit. Wanneer de maatregelen ook volgens de modellen effectief blijken te werken tegen wateroverlast, dan worden ze in de praktijk gebracht.
Alle cases